Groot & Evers staat voor kennis en kwaliteit, om die reden bieden wij u met regelmaat een juridisch artikel aan. Deze maand een artikel over het betekenen van een exploot aan een briefadres.
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders oordeelde op 5 juli 2017 (TGDKG:2017:72) dat voor een betekening aan een briefadres een wettelijke basis ontbreekt. Het openbaar betekenen, terwijl justitiabele een briefadres heeft en het dus aannemelijk is dat de kans dat het exploot hem bereikt groter is, is niet tuchtrechtelijk laakbaar.
De problematiek van het al dan niet betekenen aan een brief adres houdt de gemoederen al geruime tijd bezig. Het standpunt van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) over de toelaatbaarheid van het betekenen aan een briefadres is duidelijk: het mag niet! Een betekening aan een brief- of postadres zonder een nadere toelichting in het exploot is in beginsel niet toegestaan. Op grond van art. 46 Rv dient er exploot gedaan te worden (d.w.z. een afschrift laten) aan een woonplaats. Een briefadres is géén woonadres. Het betekenen van een exploot is nu eenmaal iets anders dan het per post verzenden.
Toch biedt de KBvG een ontsnapping. Conform de kwaliteitsnormen dient de gerechtsdeurwaarder in het exploot te vermelden de hoedanigheid van het adres waar hij aan betekend heeft in het geval hij een exploot betekent anders dan aan de woonplaats van de betrokkene. Dit voorschrift is opgenomen om in het exploot tot uitdrukking te laten komen dat de gerechtsdeurwaarder in een dergelijk geval bewust afwijkt van de wet. Het is vervolgens aan de rechter om te bepalen of die wijze van betekening de juiste is. In de praktijk dient dus de deurwaarder in het exploot te relateren waarom hij afwijkt van de wet. Dit is uiteraard afhankelijk van de feiten en omstandigheden. In een dergelijke situatie zou het betekeningsrelaas ex art. 47 Rv (de zgn. art. 47-stempel) als volgt kunnen worden aangevuld:
… en wel nadat ik ter plaatse sprak met de receptionist(e) de heer / mevrouw X, die mij bevestigde dat betrokkene er een briefadres hanteert en er wekelijks zijn post komt ophalen dan wel wekelijks zijn post aan betrokkene wordt doorgestuurd;
of:
… en wel nadat ik ter plaatse sprak met een familielid of kennis van betrokkene de heer / mevr. X, die mij bevestigde dat betrokkene er een briefadres hanteert en er wekelijks zijn post komt ophalen dan wel wekelijks zijn post aan betrokkene wordt doorgestuurd;
of:
… en wel nadat ik ter plaatse constateerde dat er een aparte vrijwel lege brievenbus / postvak aanwezig is, voorzien van de naam van betrokkene;
Op deze wijze wordt het de rechter duidelijk gemaakt waarom er toch op een briefadres betekend is in de veronderstelling dat de betrokkene tijdig kennis kan nemen van de inhoud van het exploot. Het is dan aan de rechter om te bepalen of het exploot van dagvaarding lijdt aan een gebrek dat nietigheid meebrengt en zich leent voor herstel ex art. 121 lid 2 Rv. Mocht de deurwaarder niet (kunnen) voldoen aan de verplichting om in het exploot de feiten en omstandigheden te omschrijven waaruit blijkt dat het stuk betrokkene tijdig zal bereiken, zit er niets anders op dan de weg van een openbare betekening ex art. 54 Rv te volgen. Het op een briefadres een afschrift laten aan een huisgenoot of aan een andere persoon (bijv. de huishoudelijke hulp) van wie aannemelijk is dat deze zal bevorderen dat het afschrift de geadresseerde tijdig bereikt, is niet toegestaan, want het betreft immers geen woonadres. Deze mogelijkheid als bedoeld in art. 46 Rv doet zich alleen voor bij een woon- of verblijfplaats. Overigens geeft een zgn. punt-adres blijk van het feit dat de geadresseerde überhaupt niet staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). In dat geval resteert enkel de mogelijkheid van een openbare betekening.
Problematisch blijft die situatie waarin een dagvaarding wordt betekend op een adres waar volgens de Basisregistratie personen de gedaagde staat ingeschreven, maar toch als postadres wordt gebruikt. Zo kan het gebeuren dat de deurwaarder ter plaatse verneemt dat betrokkene er niet feitelijk woont, maar dat de post zal worden doorgezonden naar zijn feitelijk verblijfadres. Is er rechtsgeldig betekend? Nee! Het adres waar degene voor wie het exploot bestemd is volgens de Brp staat ingeschreven, kan niet zonder meer gelijk worden gesteld met de woonplaats in de zin van art. 46 lid 1 Rv. De deurwaarder wordt evenwel gered door het feit dat indien de gedaagde dit verweer voert, hij niet onredelijk in zijn belangen is geschaad (zie rechtbank Utrecht, 12 november 2008, NJF 2009/54). Het kan geen kwaad om in een dergelijke situatie degene die met de deurwaarder spreekt, toch aan te merken als degene van wie aannemelijk is dat deze zal bevorderen dat het afschrift de geadresseerde tijdig bereikt in de zin van art. 46 lid 1 Rv. Het betreft immers een officieel BRP-adres.
Jurisprudentie: dat een briefadres géén woonplaats is in de zin van het Wetboek van Rechtsvordering en dat op een briefadres aldus géén rechtsgeldige betekening kan plaatsvinden, is bevestigd in de rechtspraak. Zo oordeelde het gerechtshof ’s-Hertogenbosch op 21 december 2010 (GHSHE:2010:BP0237) dat een briefadres als bedoeld in art. 67 Wet GBA niet gelijk te stellen is met een bekende woon- of verblijfplaats waar betekening moet plaatsvinden. Bij het ontbreken van een bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland resteert op grond van art. 54 Rv alleen de mogelijkheid van een openbare betekening. De kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch (uitspraak 8 augustus 2013, zaaknr. 2169049, rolnr. 13-6106/226) week niet af van de norm dat betekening aan een briefadres niet mogelijk is met als gevolg dat hij de eiser ambtshalve instrueerde om aan de gedaagde bij openbaar exploot een nieuwe roldatum aan te zeggen met herstel van het gebrek op kosten van de eisende partij. Deze extra niet-verhaalbare kosten van een openbare betekening inclusief het plaatsen van een advertentie komen dus voor rekening van de eisende partij.
Sommige voorzieningenrechters oordeelden toch anders. Zie in dit kader een uitspraak van de voorzieningenrechter rechtbank Rotterdam (KG ZA 08-895), die van de voorzieningenrechter rechtbank ’s-Gravenhage, 31 juli 2009, KG ZA 09-763) en die van de voorzieningenrechter rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 april 2013. Het betekenen aan een briefadres werd wèl toegestaan (bron: Ius Novum).
Bedenk dat enkel in strafrechtelijke aangelegenheden er wèl aan een briefadres betekend mag worden (zie HR 17 november 2015, HR:2015:3323, NJ 2016,19). In het strafrecht voorziet art. 588a Sv in een door een gedaagde opgegeven postadres, waaraan mededelingen over een aanhangige strafzaak kunnen worden toegezonden.
De kantonrechter te Amersfoort oordeelde op 20 april 2016 (RBMNE:2016:2460) dat een betekening aan een briefadres wel mogelijk is. Hij verwees hierbij naar het hiervoor aangehaalde arrest van de Hoge Raad van 17 november 2015. Verder beschouwt deze kantonrechter het briefadres als een gekozen woonplaats als bedoeld in art. 1:15 BW (omdat een persoon die geen bekend woonadres heeft volgens art. 2.38 lid 1 van de Wet Basisregistratie Personen een briefadres moet opgeven). Deze gang van zaken is vreemd. Art. 1:15 BW maakt immers duidelijk dat het moet gaan om een andere woonplaats (dan zijn werkelijke woonplaats). Indien er geen werkelijke woonplaats bekend is, kan er geen woonplaats gekozen worden; evenmin een briefadres.
Conclusie: een deurwaarder dient het standpunt van de KBvG te volgen: het is niet toegestaan dat er aan een briefadres wordt betekend, tenzij de deurwaarder uitdrukkelijk in zijn exploot aangeeft waarom hij aan de hand van feiten en omstandigheden er voor gekozen heeft dit wel te doen. Gezien de verdeelde rechtspraak heeft deurwaarderskantoor Stalman & Rijken aangedrongen op het instellen van het buitengewoon rechtsmiddel van cassatie in het belang der wet. Inmiddels is dit gebeurd. Eindelijk komt de gewenste duidelijkheid in zicht!
Adres in onderzoek: in het verlengde van de mogelijkheid om aan een briefadres te betekenen, kan de vraag worden gesteld of er betekend mag worden aan een adres “in onderzoek”. Indien er twijfel bestaat over de juistheid van het adres van een ingezetene zoals dat in de Basisregistratie Personen (BRP) staat geregistreerd, kan het college van burgemeester en wethouders een adresonderzoek starten. De gemeente start het onderzoek door het plaatsen van een aantekening “in onderzoek” bij het adresgegeven op de persoonslijst van de betrokkene. Tijdens de periode dat het adresgegeven in onderzoek staat, ontvangen overheidsorganen en derden (waaronder gerechtsdeurwaarders) die de BRP bevragen bij het adresgegeven ook de aantekening dat dit gegeven in onderzoek staat. De vraag is evenwel of de deurwaarder mag betekenen aan een dergelijk adres. Het gerechtshof Amsterdam oordeelt op 21 november 2017 (ECLI:NL:GHAMS:2017:4854) van wel. Iemand wordt vermoed te wonen op het adres waarop hij of zij in de Basisregistratie Personen (BRP) staat geregistreerd (vgl. art. 11 lid 2 BW). Zonder een indicatie van het tegendeel, mag er zondermeer aan het BRP-adres worden betekend. Indien in de BRP staat vermeld dat een adres ‘in onderzoek’ is, betekent dit niet dat het genoemde vermoeden daarmee wordt ontkracht. Die vermelding is, met andere woorden, nog onvoldoende reden om aan te nemen dat iemand niet op het desbetreffende adres woont, aldus het hof. Een openbare betekening is dan in beginsel overbodig. Toch blijft het een subjectieve inschatting van de gerechtsdeurwaarder of hij daadwerkelijk tot betekening overgaat ondanks het feit dat de betrokkene er officieel staat ingeschreven. Zo zal menig gerechtsdeurwaarder een betekening achterwege laten indien blijkt dat de woning (nagenoeg) verlaten of afgebrand is. Indien de deurwaarder twijfelt over de juiste wijze van betekenen, is het raadzaam om tevens openbaar te betekenen. In een latere procedure of executiegeschil zal niemand de deurwaarder verwijten dat hij extra inspanningen heeft ondernomen om het exploot ter kennisname te brengen aan de geadresseerde.
Voor meer informatie aangaande dit artikel kunt u contact opnemen met een van onze medewerkers. Zie hiervoor onze rechtstreekse contactgegevens.